Orthodoxe visie op engelen
In de Orthodoxe Kerk worden engelen verstaan als door God geschapen, geestelijke wezens die Hem dienen en de mensen begeleiden. Zij zijn geen autonome machten, maar trouwe dienaren die Gods wil uitvoeren en de schepping dienen binnen het goddelijke bestel. Deze visie is samengevat in klassieke bronnen van de Kerk en systematisch uiteengezet door kerkvaders zoals Johannes van Damascus, die de leer van de oosterse Kerk ordende in zijn werk Over het orthodoxe geloof2.
Aartsengelen en andere engelen
De meest bekende engelen zijn de aartsengelen; traditioneel worden er zeven onderscheiden in de Orthodoxe traditie, hoewel niet alle namen in de canonieke Schrift voorkomen. De vier meest voorkomende in de kerkelijke eredienst zijn:
-
Michaël: Leider van de hemelse legers; beschermer tegen het kwaad.
-
Gabriël: Boodschapper van God; kondigde de menswording van Christus aan.
-
Rafaël: Engel van genezing; bekend uit het boek Tobit.
-
Uriël: Engel van wijsheid/verlichting; genoemd in apocriefe tradities.
Daarnaast worden in sommige tradities ook andere aartsengelen genoemd:
-
Selafiël: Engel van gebed.
-
Jegudiël: Engel van arbeid en geestelijke strijd.
-
Barachiël: Engel van zegeningen.
-
Jeremiël: Engel van hoop en visioenen.
Deze namen worden liturgisch en devotioneel gebruikt in delen van de Orthodoxie (met name Slavische tradities), ook wanneer ze niet uit de canonieke Schrift afkomstig zijn.
Negen engelenkoren
De Orthodoxe Kerk onderscheidt negen koren (rangen) van engelen, naar de indeling van Dionysius de Areopagiet:
-
Serafijnen
-
Cherubijnen
-
Tronen
-
Heerschappijen
-
Machten
-
Krachten
-
Vorstendommen
-
Aartsengelen
-
Engelen
Deze rangen drukken verschillende bedieningen en niveaus van nabijheid tot God uit: de hogere koren contempleren en loven Gods glorie, de lagere koren dienen meer direct in de wereld en begeleiden de mensheid.
Gevallen engelen: Lucifer, satan, de duivel en de demonen
De Orthodoxe traditie leert dat alle engelen goed geschapen werden, maar dat een deel door hoogmoed en ongehoorzaamheid is gevallen. Deze gevallen engelen zijn de demonen, met satan (de duivel) als hun aanvoerder.
-
Bijbelse grondslag (canoniek):
-
Satan’s val: “Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen” (Lukas 10:18).
-
Strijd in de hemel: Michaël en zijn engelen strijden tegen de draak; de draak (de duivel, satan) wordt op aarde neergeworpen (Openb. 12:7–9).
-
Engelen die zondigden: God spaarde de engelen niet toen zij zondigden, maar hield hen vast in duisternis (2 Petr. 2:4; Judas 6).
-
Typologische teksten: De traditie leest Jesaja 14:12–15 (“morgenster/‘Lucifer’” in de Vulgata) en Ezechiël 28:12–19 (de “koning van Tyrus”) typologisch op de val van een verheven geestelijke vorst.
-
-
“Lucifer” in Orthodoxe context: De benaming “Lucifer” komt uit de Latijnse Vulgata van Jesaja 14:12 en wordt in de Orthodoxie vooral als typologische titel verstaan voor de gevallen engel; de Schrift gebruikt primair de namen “satan” en “de duivel.”
-
Aard en werking van demonen: Ze zijn geschapen goed, maar door vrije wil gevallen; ze bezitten geen scheppingsmacht, misleiden door leugen en verleiding, en opereren slechts binnen grenzen die God toelaat. Ze kunnen niet dwingen wie in Christus leeft, maar proberen te verzwakken door hoogmoed, wanhoop, zinnelijkheid en verwarring.
-
Doel en grens: Hun doel is de mens van God te scheiden; hun macht is niet absoluut en wordt door gebed, nederigheid, vasten en de sacramenten gebroken.
Apocriefe en deuterocanonieke verwijzingen
-
1 Henoch (apocrief): Beschrijft de “wachters” (gevallen engelen), hun overtreding en oordeel; genoemd worden onder meer aartsengelen als Uriël en Rafaël in het kader van Gods oordeel en begeleiding.
-
Tobit (deuterocanoniek in de Orthodoxie): Rafaël geneest Tobit en bindt de demon Asmodeus, een belangrijke getuigenis van engelmatige genezing en demonische realiteit binnen de kerkelijke canon.
-
Andere tradities: Teksten zoals de “Testamenten van Salomo” (laat-apocrief) beschrijven demonische namen en praktijken in een wijsheids- en exorcismecontext; deze worden niet dogmatisch normatief gebruikt, maar komen voor in de bredere traditie.
Kerkvaders en Orthodoxe bronnen
-
Johannes van Damascus: Leert dat engelen en demonen door God geschapen zijn als goede, verstandelijke en persoonlijke wezens zonder lichamen; demonen zijn gevallen door misbruik van vrije wil en hoogmoed. Ze bezitten geen eigen scheppende kracht, maar werken door suggestie, verleiding en misleiding. Zijn werk Over het orthodoxe geloof biedt een systematische synthese van deze leer binnen de oosterse traditie2.
-
Athanasius (Leven van Antonius): Beschrijft nuchter de strategieën van demonen en benadrukt dat zij bevreesd zijn voor nederigheid, gebed, het teken van het kruis en de naam van Christus.
-
Basilios de Grote en Gregorius van Nyssa: Beklemtonen de goedheid van de schepping, de verantwoordelijkheid van vrije wil, en de realiteit van geestelijke strijd.
-
Liturgische traditie: De gebeden, troparia en exorcismeformules in de Orthodoxe liturgie veronderstellen zowel de verering van engelen als de realiteit van demonische tegenstand, altijd onder Gods soeverein gezag.
Liturgische viering
De Orthodoxe Kerk viert op 8 november (juliaanse kalender) de Synaxis van de Aartsengelen Michaël en alle Onzichtbare Krachten. Hierin worden alle goede engelen geëerd als dienaren van God en beschermers van de mens, en wordt impliciet beleden dat Christus’ overwinning ook de machten van de duisternis heeft ontkracht. Deze thematiek is prominent aanwezig in de hymnen en gebeden van de feestdag.
Persoonlijke beschermengelen
Naast de hemelse hiërarchieën en de grote aartsengelen leert de Orthodoxe Kerk dat ieder mens door God een persoonlijke beschermengel ontvangt. Dit geloof is geworteld in de Schrift en bevestigd door de Kerkvaders.
-
Bijbelse verwijzingen:
-
Christus zegt: “Ziet toe, dat gij niet een van deze kleinen veracht; want Ik zeg u, dat hun engelen in de hemelen altijd het aangezicht zien van Mijn Vader, Die in de hemelen is” (Matth. 18:10). Dit wordt verstaan als een aanwijzing dat ieder mens een engel heeft die hem of haar begeleidt.
-
In Handelingen 12:15 wordt bij de bevrijding van Petrus uit de gevangenis gesproken over “zijn engel”, wat de vroege Kerk ook als bewijs zag voor persoonlijke beschermengelen.
-
Hebreeën 1:14 noemt de engelen “dienende geesten, uitgezonden ten dienste van hen die het heil zullen beërven.”
-
-
Kerkvaders en Orthodoxe bronnen:
-
Johannes van Damascus schrijft dat God engelen aan mensen toewijst om hen te leiden naar het goede en te beschermen tegen het kwaad.
-
Basilios de Grote benadrukt dat engelen ons begeleiden in ons dagelijks leven en ons aansporen tot deugd.
-
In de liturgie van de Orthodoxe Kerk wordt vaak gebeden om “een engel van vrede, een trouwe gids, een beschermer van onze zielen en lichamen.”
-
-
Rol van de beschermengel:
-
Zij waken over ons, zowel lichamelijk als geestelijk.
-
Zij inspireren ons tot gebed, goede daden en bekering.
-
Zij beschermen ons tegen demonische invloeden, hoewel zij onze vrije wil niet opheffen.
-
Zij begeleiden de ziel bij het sterven en dragen haar in Gods aanwezigheid.
-
De Orthodoxe traditie benadrukt dat beschermengelen geen object van aanbidding zijn, die komt alleen God toe, maar dat wij hen met eerbied en dankbaarheid gedenken als trouwe dienaren van de Heer die ons bijstaan op de weg van het heil.
Reactie plaatsen
Reacties