Wie voor het eerst een Orthodoxe Kerk bezoekt, zal meteen opmerken dat de kerk vol staat met schilderingen.
Sommige schilderingen zijn gemaakt op hout, andere zijn rechtstreeks op de muren van de kerk aangebracht. Maar waarom hebben wij deze schilderingen, en wat is hun doel?
Deze schilderingen worden iconen genoemd. Zij beelden bepaalde figuren af die wij als heiligen van de Kerk beschouwen, maar ook gebeurtenissen die van groot belang zijn in de kerkgeschiedenis. Denk bijvoorbeeld aan iconen van onze Heer Jezus Christus zelf, Zijn moeder de Theotokos, de heilige grootmartelaar Georgios, de aartsengelen Michaël en Gabriël, en vele andere profeten, heiligen en engelen. Maar ook gebeurtenissen zoals de geboorte van onze Heer, Zijn doop, Zijn gedaanteverandering en kruisiging, de gastvrijheid van Abraham en vele andere momenten uit de heilsgeschiedenis worden op iconen afgebeeld.
Het woord icoon komt van het Griekse woord eikαΉn, dat “beeld” of “gelijkenis” betekent. De eerste keer dat dit woord in de Bijbel voorkomt, is bij de schepping van Adam, toen God zei: “Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis...” (Genesis 1:26).
Wij mensen zijn dus geschapen naar het beeld van God; in zekere zin zijn wij allemaal iconen van God.
In het Nieuwe Testament lezen we dat Jezus de volmaakte icoon is van God de Vader (Kolossenzen 1:15).
Maar niet alleen dat: de hele schepping komt voort uit Gods wijsheid, en de schepping zelf is een icoon van Zijn verstand en majesteit.
Laten we nu terugkeren naar de iconen die door mensenhanden zijn gemaakt en die wij als orthodoxe christenen gebruiken in onze kerkdiensten, in de liturgie en ook in onze huizen. Is dit geen afgoderij? Overtreden wij hiermee niet het tweede gebod, zoals God het via Mozes heeft gegeven, door Zijn schepping af te beelden en deze iconen te “aanbidden” of te “vereren”? (Exodus 20:4-5)
Ja, het zou afgoderij zijn als wij de iconen zelf of de afgebeelde personen zouden aanbidden of dienen.
Maar dat doen wij niet. Wij aanbidden of dienen de iconen niet. Aanbidding is uitsluitend en alleen gericht op God, en God alleen komt aanbidding toe. Wat wij doen, is de afgebeelde personen vereren. Wij vereren dus niet het materiaal – de verf, het hout of de muur – maar de heiligen en gebeurtenissen die door de iconen worden weergegeven.
Het is belangrijk om het verschil tussen aanbidding en verering duidelijk te maken. Zoals gezegd: wij aanbidden alleen God. Aanbidding is de hoogste vorm van eer en respect, en die komt alleen God toe. Verering daarentegen is een hoge vorm van eerbied en respect voor een persoon of zaak, maar niet de hoogste. Als we teruggaan naar de Tien Geboden, zien we dat wij onze vader en moeder moeten eren (Exodus 20:12). Betekent dit dat wij onze ouders aanbidden? Nee, dit zijn twee heel verschillende dingen. Hier zien we dus dat er verschillende niveaus van eer bestaan: sommige vormen zijn inderdaad aanbidding, maar andere zijn niet meer dan tekenen van respect.
Nu kun je je afvragen: hoe schendt dit dan niet het tweede gebod van God, waarin Hij zegt dat wij geen gelijkenis mogen maken van wat in de hemel, op de aarde of in het water is? Om dit te begrijpen, moeten we kijken naar de context en de reden waarom dit gebod aan Israël werd gegeven. God spreekt hier over afgoden, niet over gewone afbeeldingen. Als dit gebod letterlijk zou betekenen dat álle afbeeldingen verboden zijn, dan zouden we ook geen televisie mogen kijken, geen foto’s van familie en vrienden mogen maken, en geen kunst mogen creëren.
De Israëlieten kwamen uit Egypte, waar zij 400 jaar lang beïnvloed waren door de Egyptische cultuur. De Egyptenaren waren gewend afgoden te vereren, zoals we weten uit archeologische vondsten en historische bronnen. Ook de omliggende volken waren afgodendienaars. God wilde Zijn volk daarvoor behoeden en verbood hen daarom om andere goden en afgoden te aanbidden.
Maar niet lang na het geven van dit gebod, beval God Mozes om de Ark van het Verbond te maken, met daarop twee gouden cherubs (Exodus 25:17-22). Ook beval Hij Mozes om een bronzen slang te maken (Numeri 21:8-9). Zijn cherubs geen hemelse wezens, en slangen geen aardse schepselen? Overtrad God hiermee Zijn eigen gebod? Nee, want deze beelden werden niet aanbeden. Zij hadden een functie binnen Gods heilsplan: de Ark stond centraal in de eredienst, en de bronzen slang werd opgericht zodat wie ernaar keek, genezen werd. Toen het gevaar ontstond dat de slang als afgod vereerd zou worden, liet Mozes haar vernietigen.
Ook de tempel van Salomo, het centrale heiligdom van Israël, was rijkelijk versierd met iconografie (1 Koningen 6:23, 29, 35).
Archeologische vondsten bevestigen dit gebruik. In 1932 werd in Dura-Europos (het huidige Syrië) een van de oudste synagogen ontdekt, waarvan de muren vol stonden met bijbelse schilderingen en iconografie. Ook werd daar een van de oudste huiskerken gevonden, die eveneens bijbelse afbeeldingen bevatte. Hieruit blijkt dat zowel Joden als vroege christenen afbeeldingen gebruikten, zolang dit niet leidde tot afgoderij. Iconografie is dus geen latere uitvinding van de Kerk, maar vindt haar oorsprong in het jodendom en werd van meet af aan door de eerste christenen toegepast.
Volgens de heilige Johannes van Damascus zijn er zeven hoofddoelen waarom de Kerk iconen gebruikt:
-
Iconen zijn een middel om God, Zijn heiligen en Zijn engelen te eren.
-
Zij dienen als onderricht in het geloof.
-
Zij herinneren ons voortdurend aan deze leer.
-
Zij verheffen ons tot de prototypen, de heilige personen die zij afbeelden, en brengen ons tot een hoger niveau van denken en voelen.
-
Zij bevorderen de deugd en helpen ons de zonde te vermijden.
-
Zij dragen daadwerkelijk bij aan onze heiliging.
-
Zij verfraaien de kerken.
Ik raad iedereen die meer over dit onderwerp wil weten aan het boek van de heilige Johannes van Damascus te lezen: Over de heilige beelden. Daarin legt hij uit hoe de menswording van de Zoon van God het mogelijk maakte om God af te beelden, aangezien Christus zelf het zichtbare icoon is van de onzichtbare God.
Met broederlijke groet in Christus.
Reactie plaatsen
Reacties